dinsdag 28 november 2017

Strooigoed



Geen pepernoten maar dennenappels, kastanjes, eikels, beukennoothulsjes en andere spullen uit het bos kun je als strooigoed gebruiken in glazen vazen. Eerst bijvoorbeeld een kaars erin, de bodem vullen met ijslands mos en dan je bosvondsten erop. De vaas kun je mooi in een zelfgemaakte krans zetten en als tafelstuk gebruiken.

 
 
Het is heel simpel, kost niks en ziet er gezellig uit. Ook jam- en conservenpotten zijn prima voor strooigoed. In mijn pindakaaspot gooide ik groen mos, bessen van de vuurdoorn en klimopbolletjes. Aan een touwtje bond ik een stukje schors met wat hulst en conifeer. Daar bovenop een katjestak van vorig jaar en daarop een waxinelichtje. De tak verdubbelt zich in de spiegel.
 Bij de kransen kwam ook nog zo´n kaarsenpot, met mos en kastanjes.






zondag 19 november 2017

Een half bos aan het lijmpistool



Een grote strokrans vol kastanjes: die werd zo zwaar dat ik hem niet durfde toevertrouwen aan een muurspijkertje. Het werd dus een legkrans. Ik moest er twee keer voor gaan rapen, want na één keer was er nog maar tweederde gevuld.
Ik smeerde de kastanjes in met lijm uit het lijmpistool op het platst mogelijke deel en klemde ze dan vijf seconden op de krans voor ik losliet. Hierbij werkte ik van binnen naar buiten.
 

Tussen de kastanjes door blijf je natuurlijk strokrans zien en die ruimtes gooide ik op het eind vol met wit geschilderde takjes uit een zakje van de Action, ook vastgezet met hete lijm.
Om het gat te dichten en de krans op te vrolijken nog een aantal stoffen lathyrusbloemen en kunstgroen erin.
En nu ik toch in het bos had lopen struinen en een zak met allerlei val had gevuld, gelijk maar een beukennoothulsjeskrans gemaakt.
Nu is mijn herfstknutselbehoefte bevredigd. Ik stop voordat ze me Ans Krans gaan noemen. 

 

Tot slot een plaatje van de onweerstaanbare herfstkleuren in Nièvre.
 


 


 

zondag 5 november 2017

Lelijke lariks

Tussen ons en de buurvrouw staat een uit de krachten gegroeide lariks. Eigenlijk een lelijk ding, maar toch neemt geen van ons het initiatief hem te rooien.
De lelijke lariks laat natuurlijk ook nog eens in deze tijd irritant veel naaldjes vallen, maar - toegegeven - hij heeft mooie appeltjes. Als die eraf waaien raap ik ze.
Van vorig jaar had ik een zak vol en die zijn leuk om een krans mee te maken. Ik nam hiervoor een klein formaat takkenkrans. Eerst lijmde ik met het lijmpistool de binnenste rij met de punt van de kegels naar binnen en vervolgens lijmde ik rij voor rij de kegels - liggend naar één kant toe - op de krans. Het voordeel van lariksappeltjes


ten opzichte van dennenappels is dat ze heel licht zijn; ze blijven daarom goed zitten en de krans wordt ook geen zwaargewicht.