Tussen ons en de buurvrouw staat een uit de krachten gegroeide lariks. Eigenlijk een lelijk ding, maar toch neemt geen van ons het initiatief hem te rooien.
De lelijke lariks laat natuurlijk ook nog eens in deze tijd irritant veel naaldjes vallen, maar - toegegeven - hij heeft mooie appeltjes. Als die eraf waaien raap ik ze.
Van vorig jaar had ik een zak vol en die zijn leuk om een krans mee te maken. Ik nam hiervoor een klein formaat takkenkrans. Eerst lijmde ik met het lijmpistool de binnenste rij met de punt van de kegels naar binnen en vervolgens lijmde ik rij voor rij de kegels - liggend naar één kant toe - op de krans. Het voordeel van lariksappeltjes
ten opzichte van dennenappels is dat ze heel licht zijn; ze blijven daarom goed zitten en de krans wordt ook geen zwaargewicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten